SV | En Ik zal Mijn eer zetten onder de heidenen; en alle heidenen zullen Mijn oordeel zien, dat Ik gedaan heb, en Mijn hand, die Ik aan hen gelegd heb. |
WLC | וְנָתַתִּ֥י אֶת־כְּבֹודִ֖י בַּגֹּויִ֑ם וְרָא֣וּ כָל־הַגֹּויִ֗ם אֶת־מִשְׁפָּטִי֙ אֲשֶׁ֣ר עָשִׂ֔יתִי וְאֶת־יָדִ֖י אֲשֶׁר־שַׂ֥מְתִּי בָהֶֽם׃ |
Trans. | wənāṯatî ’eṯ-kəḇwōḏî bagwōyim wərā’û ḵāl-hagwōyim ’eṯ-mišəpāṭî ’ăšer ‘āśîṯî wə’eṯ-yāḏî ’ăšer-śamətî ḇâem: |
En Ik zal Mijn eer zetten onder de heidenen; en alle heidenen zullen Mijn oordeel zien, dat Ik gedaan heb, en Mijn hand, die Ik aan hen gelegd heb.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En Ik zal Mijn eer zetten onder de heidenen; en alle heidenen zullen Mijn oordeel zien, dat Ik gedaan heb, en Mijn hand, die Ik aan hen gelegd heb.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!